Wim vroeg mij op de piste de 3e dag: “Wil jij het verslag maken van de skiweek?” Enigszins verguld voor deze eer zij ik volmondig “Ja!”. Voor inspiratie wat oude verslagen doorgenomen en dan blijkt dat gewoon de ‘nieuwen’ de klos zijn…
In november 2016 werd ik lid van het illustere gezelschap der Nordic Walkers, nadat vriendin Romke me overhaalde ‘eens te gaan kijken’. Deze groep kan ik alle al dan niet kreupel geworden joggers met gevoel voor humor aanraden. Op enig moment bleek er nog 1 plekje vrij voor de skireis 2017, of ik misschien zin had. Tja, ik had al opgesneden dat ik in het verleden op een blauwe maandag skileraar was, dus dat wilden ze wel eens zien. Het thuisfront gaf groen licht, hoera!
Na het uitzwaaifeestje en het verzekeren van een mooi plekje achterin de bus vertrokken we naar de Dolomieten. De kennismaking met Frans smaakte naar meer. Het nuttigen van de nodige biertjes en de interessante gesprekken over ons beider bouwkundige leven verkortte de reis aanzienlijk. Ook de toen voor mij nog vele onbekenden hadden er hoorbaar zin in. Wie maakt voor de volgende x een leuk clublied? Minpuntje bleek het slapen. Onze plaatsen achterin konden niet plat. Op de terugweg de stoelen met uitzicht op het toilet ingepikt. Helaas alleen geschikt voor kleine mensen…
Enigszins geradbraakt kwamen we bij een mooie opkomende zon een stuk vroeger in ons hotel boven Corvara aan. Geen wonder, want pas aan het eind van de week sneeuwde het en werd het een obstakel.
In de fitnessruimte mochten we onze bagage dumpen en konden we ons in onze skipakken hijsen. De laatste dag ging dat in omgekeerde volgorde.
Voor het hotel stond Jan met zijn ‘techniek’ mannengroepje in de startblokken, ik kon mee. Als eersten die week hebben we de condities van de oranje Sella-ronde verkend, dat was flink aanpezen. En ik had het thuisfront nog zo beloofd het in het begin rustig aan te doen… Ik dacht dat ik een mooie skistijl had, maar Jan spant duidelijk de kroon! Zijn ribbreuk op woensdag was dan ook te wijten aan een nepkoe. Die bleek bij het melken duidelijk bokkiger dan de echte koeien uit zijn jeugd. Overigens hebben we onze prestatie toen beloond met mooie witte biersnorren in de jeugdstube van de Capanna Nera Negerhut, op een steenworp boven het hotel. En dat bleek ook een gezellige afsluiter van de week.
Met het excuus om zo snel mogelijk met zoveel mogelijk kennis te maken vertrok ik de volgende dag met de groep van reisgenoot Frans. Die is ook de jongste niet meer, dus dat zou een stuk langzamer moeten gaan. Niet dus, want het excuus was tijdig op het zonnige terras van die speciale hut boven St. Ulrich te zijn, die met de beste apfelstrudels binnen het Sella-massief en de joligste bediende in lederhosen, die onverwacht goed individueel kon afrekenen. Een taxi terug naar hotel Planac was geen optie. Frans scheurde als een torpedo van helemaal links naar helemaal rechts. Tja, je hebt toch betaald voor de hele piste? Dat hij nooit is aangeskied mag een wonder heten. Gerard en Wim konden dat duidelijk beter, zie verderop. Frans is écht de snelste skiër in de club en bleek ook de beste en charmantste skileraar. Hij heeft de gezusters Mieke en Ineke met kamergenoot Ank vanaf dag 3 een duidelijke dienst bewezen om ze van hun Tiroolse krolse skileraar af te helpen. Ook andere dames maakten bij gelegenheid dankbaar gebruik van zijn ‘toples’.
Op maandag me aangesloten bij de groep van Gerard, want Alex hengelde duidelijk naar een skilesje. Dat kwam er niet van door onze target: de hoogste skipiste vanaf 3.265 m op de Marmolada gletscher, een flink stuk verderop. De wolkenkrabber die met volle smalle ijzige (boekel?) pistes niet fijn is in de mist, was voor onze groep een brug te ver; het zonnige tij begon te keren. Met het motto beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald vonden we een mooie lunchplek op de terugweg. Zo mooi dat Kees F. bijna de afgrond instortte bij het achteruit wandelen voor die onvergetelijke foto met ons allen. Hilarisch was ook de Tjechische bediende die door de bestelling van Gert-Jan voor een vernederlandste pizza last kreeg van Babylonische spraakverwarringen. Bij de afrekening kwam die toch en vertrok Gert-Jan met een dichtgeschoeide keel. En toen werd Wim voor de rest van de week van de piste geskied. Hij is wel een bikkel om met een gescheurde kuitbeen die halve dag terug te skiën, ik neem diep mijn skihelm af. Zijn vervaarlijk camerawerk dicht op de skiërs van die ochtend werd overgenomen door Aad Boer, die de uitdaging aannam om tussen zijn benen door te filmen voor weer eens wat andere shots. Wim nam de tweede gipsvlucht naar huis, nadat een dag eerder Cees H. zijn pezen scheurde door een onbekende pootjeshaker bij de lift.
Foto van Aad Boer: Weer eens wat anders dan camerawerk tussen de benen door
Dinsdag had Alex wel geluk en kon ik ongemerkt van mijn spierpijn afkomen. We hebben samen de pistes boven Corvara dusdanig onveilig gemaakt, dat er geen kip meer te zien was. Echt genoten van de natuur, en wat tips kunnen geven. Terug in het hotel bleek Gerard D. omver te zijn geskied op een zwarte piste. Behalve een gekwetst moreel was zijn robuustheid zijn zegen. Een dag eerder had hij bij de lift ook al het noodlot getart door wat te uitbundig naar het moois te kijken, waardoor hij door de aankomende stoeltjeslift bijna opzij geschept werd. Overigens overkwam Frits later in de week iets vergelijkbaars.
De volgende dag hebben Alex’ groepsgenoten genoten van zijn nieuwe gecontroleerde skistijl, ze hadden eindelijk de tijd om hem aan te zien komen. Opmerking tijdens de borrel: “Alex, ik kon zien dat je les hebt gehad van JW, je skiet langzamer dan ooit!”
Foto van Jetty: Kennelijk luidruchtige dronk op Joke en Piet. Aan het proeven van hun Bruegeliaanse gezelligheid ben ik helaas niet toegekomen (behalve slaapmaatje Aad)
In de loop van 50 reisjaren van de Delftse Skivereniging zijn er een aantal nagenoeg vaste skigroepjes ontstaan, vrijwel allen zeer gastvrij. Ook voor woensdag werd ik met open armen opgenomen in het groepje van nestor Frits met Viola, Nico, Nellie en Yvonne. We namen de tijd om veel te genieten van de natuur, het ex/interieur van leuke uitspanningen (Kaffee Amerikano en Goulashsuppe waren favoriet, die van mij Skiwasser), de verbeterende sneeuwcondities, de leuke uitstapjes en niet op de laatste plaats van elkaars gezelligheid. Zo hebben we de pistes van Badia onder bedevaartsoort ‘Il Santuario di Santa Croce’ verkent. Fijn dat het werd afgeraden, want daardoor waren deze fraaie afdalingen niet bepaald druk. Overigens is het leuke restaurant onderaan de lift voor wat betreft de goulashsuppe een icoon voor volgende skireizen: de beste kwaliteit/hoeveelheid/prijs (8 euro) verhouding, met een heeeerlijk zonnetje.
Yvonne kreeg tijdens de terugtocht helaas last van een blessure die ze op dinsdag had opgelopen. Met Viola naar de huisarts. Constatering: ‘Fibula Kopf Fractur’ en daarmee ook voor haar het einde van het skiën. Een gelukje was dat door trombosekansen het beter was met de reisbus terug te gaan, hebben we nog wat nader kennis kunnen maken.
Foto’s van o.a. Viola en Frits: Links de restaurants in Badia onder (culinair!) en boven (de warmte zat van binnen) de eerste lift; rechts Il Santuario di Santa Croce voor en na sneeuwval
Frits werd verlost van het voorskiën, ik mocht het stokje overnemen voor de rest van de week. Aan een kant leuk om de cadans en spoor langs de ijsvlakten aan te geven met wat skitips. Aan de andere kant een behoorlijke verantwoordelijkheid, zeker in de mistige sneeuwstorm vrijdag op een onbekende vol gesneeuwde piste met afgronden onder de Piz Boë. Een stressvol moment beken ik nu, waar het skiën niet bepaald fraai ging. Overigens bleek de net genuttigde apfelstrudel in het moderne stijlvolle onderkomen naast de lift een duidelijke concurrent van de icoonversie en na dat huzarenstukje nog in mijn maag te zitten.
Donderdag sloot Frans zich met zijn meiden bij ‘ons’ groepje aan en hebben we de pistes boven het hotel en bij Badia nog eens dunnetjes overgedaan, daar was geen mist. Wel waren we onderweg bij de Bamby lift even de mist in gegaan door een misvatting. Gelukkig werd ik gebeld, Frans stond met zijn ploeg ons beneden al op te wachten. Wij stonden de juiste afslag naar de rode piste 17 te zoeken op de kruising van de zwarte van Piz La Ila naar La Villa. Boven Badia gekomen hebben we eerst
het verijsde pad naar het lieftallige kapelletje getrotseerd. Kaarsjes aangestoken voor onze dierbaren.
Op vrijdag was het eindelijk behoorlijk gaan sneeuwen met alle zichtbeperkingen van dien. Ons vermoeden dat het mee zou kunnen vallen op de pistes boven Colfosco bleek te kloppen. De groep van Gerard D. had hetzelfde instinkt, wisseling van de wacht in de skihut met de originele naam Edelweiss en de wc’s langs buiten. Daar werd aan Viola gevraagd hoe oud ‘we’ waren door een charmante Nederlandse dame van tegen de 40 lentes. Haar reactie op de ouderdom van vooral Frits: “Dat moet ik mijn kinderen vertellen, die vinden mij al te oud voor het skiën, laat staan mijn ouders…”
Na het eerder genoemde gestuntel in de sneeuwstorm onder de Piz Boë kwamen we op de prachtige besneeuwde helling van de Crëp de Munt richting ons hotel. Net als met Alex bleek die ook toen zo goed als verlaten. Nico en ik konden het dan ook niet laten om nog eens van de er vers gevallen sneeuw te genieten.
Bij het hotel bleek Henk met zijn buurman Aad Boer en de onfortuinlijke Jan met de auto de benen te hebben genomen. Volgens Gerard D. had Henk zijn 45 jaar oude ski’s uit frustratie in de wilgen gehangen, hij kon de gevallen sneeuwmassa’s niet meer wegschuiven. Overigens gooide Gerard D. voor de zaterdag de handdoek in de ring, na ruzie met de bedrand die nacht en dekmantel het regelen van de laatste dingen. Eindelijk gerechtigheid dacht slaapmaatje Alex die iedere nacht opgevouwen op de sofa lag (over dat slaapgenot kan ik meepraten).
Snelheidsduivels zonder angst voor uitglijders, de meeste clubgenoten, met dat nog jeugdige gevoel zoveel mogelijk uit de skipas te persen. Daarna het nagenieten van de prestaties naar de Sella iconen:
– in het hotel tijdens de borrel en het eten, uitwisselen van de ervaring met de andere groepen;
– thuis met de skipas code op internet en de foto’s, de films met familie en vrienden;
– en nu tijdens deze reünie.
Een aantal hebben aangegeven komend jaar te willen stoppen om de brozer wordende botten te ontzien bij het afnemen van de reactiesnelheid cq het anticiperen op anderen. Ik hoop dat de mensen die hun snelheid hebben aangepast en hebben ervaren hoe het is om meer tijd te nemen voor het genieten van de omgeving en de leuke pitstops, hun voor de komende jaren gaan overhalen. Zo kunnen we blijven genieten van elkaar tot het écht niet meer kan.
Deze nieuweling heeft genoten van het onverwachte warme bad van familiaire amicaliteiten met plagen en gunnen. Op de piste, in de liften en in de etablissementen het uitwisselen van (levens)ervaringen, wijsheden en grappen. In de catacomben tijdens het kwetsbaar 18+ mediteren na het weken van de gekwelde spieren in bubbelbad en het uitzweten van wat uitgezweet moest worden. In de lounge bij het opsteken van de bridge- en klaverjastrucjes met een lekkere pint of een goed glas wijn. Na het stoelendansen voor ontbijt en diner om weer eens met anderen aan tafel te zitten, dichtbij het buffet. Zoveel te vertellen, geen tijd voor stiltes tenzij je een kater had of genoten had van je snurkende kamergenoot en tenzij ‘unsere Gerard’ op zijn bekende ludieke wijze uitleg gaf over de ins en outs rondom het skiën, de onvertuinlijken onder ons, het aangenaam verpozen, de terugreis en
het Europees personeel bedankt. Jammer dat hij nu echt overweegt om het reisleiden aan de wilgen te hangen. En waar moeten we dan onze reünies houden?
Foto’s van Gerard: Stampvolle reünie bij hem thuis en al helemaal na de culinaire hap van de aanwezige koks; voor herhaaldelijke herhalingen vatbaar!
Terugkijkend hebben we met het weer en het harde werken van het gastvrije bergvolk enorm geboft. In de eerste helft van de week hebben we genoten van zonovergoten sneeuwloze alpenweiden waar de lente zich al aankondigde. Het voordeel om van veraf het wit van de goed geprepareerde pistes van de berg af te zien slingeren, waardoor je niet zo makkelijk de mist in kon gaan. Vanuit onze hotelkamer hoorden we in de ingevallen avond het starten van de motoren van diverse pistenbullies en zagen we de schijnwerpers langzaam vervagen. De volgende dag maakten we dan als eersten dankbaar gebruik van de ijsvrij gemaakte pistes boven het hotel. In de tweede helft kwamen de hulptroepen met wat sneeuwvlokjes, waardoor het kleurenlandschap op de laatste dag eindelijk zwart-wit was. Bij het vertrek zagen we vanuit de zeer langzaam afzakkende bus tussen de sneeuwvlokken de felle schijnwerpers op de diverse pistes. Niet alleen hulde voor het hotelpersoneel en Gerard D., maar ook voor de Tirolers die ons het skigenot blijven geven in een winterloze toekomst.
Foto van Aad Boer: Lentegevoel
Tegen het einde van de vakantie kwamen Mieke en ik er achter dat haar werkgever een vriend van mij is. Mieke apte hem mijn skiportret met de vraag “Ken jij deze persoon?” Er kwam geen antwoord.
Waarvan acte, Jan-Willem Backer Mohrmann, Rijswijk 2017-03-24
Met dank aan de welwillendheid van een aantal fotografen